Hitteshock ontstaat bij oververhitting van het paard. Het is een gevolg van het lichaam dat door arbeid meer wordt verhit dan dat het koelsysteem van het lichaam kan verwerken. De symptomen die het paard kan laten zien zijn: depressie of opwinding, niet meer willen lopen of discoördinatie, desoriëntatie, lichte koliekverschijnselen, of het paard heeft gezweet maar zweet niet of nauwelijks meer ondanks de hoge lichaamstemperatuur. De dierenarts moet ingeschakeld worden als het paard verschijnselen van koliek vertoont. Je kunt zelf je paard gaan koelen om de lichaamstemperatuur weer naar beneden te krijgen. Dit kun je het beste doen door aan beide kanten water te spuiten, en na 30 seconden afkoelen 30 seconden te stappen om de doorbloeding van de huid te stimuleren. Het paard mag niet meer drinken dan 5 liter water, tenzij het koliekverschijnselen vertoont. Neem elke 5 minuten de temperatuur op. Gebruik geen natte handdoeken, want deze warmen te snel op waardoor het paard de warmte niet kwijt kan. Als het paard ongeveer 30 keer ademhaalt per minuut en de pols ongeveer 55 slagen per minuut is, dan mag je het paard weer op stal zetten. Blijf alert op koliek en spierbevangenheid en wacht in ieder geval nog 24 uur voordat het op transport mag. Als het paard ondanks een normale lichaamstemperatuur toch nog 55 slagen per minuut heeft, dan moet het paard worden behandeld voor uitputting. Het paard heeft dan vocht en zout nodig, welke je altijd met de dierenarts toedient. Om hitteshock te voorkomen kun je voorafgaand aan een intensieve training voldoende vocht met elektrolyten te laten drinken. Pas de arbeid aan de weersomstandigheden aan en stop tijdig met werken indien het paard teveel zweet. Leg nooit direct na het trainen een zweetdeken op, ook niet in de winter, omdat dit het afkoelingsproces verstoord en het kan leiden tot oververhitting. 

Bron: EHBO-Boek Paard